Inmiddels hebben we aan de antennes gemeten.
De test opstelling. Op de koffer de antennes die we gingen meten en het doosje met het
kabeltje eraan is de meetopstelling. Het metalen doosje van de zender doet mee met de
antenne eigenschappen en dus simuleren we die met een soort gelijk doosje. Op deze foto
ben ik de spectrumanalyzer aan het calibreren voor de meting.
Dit is een reflectiemeting. Alle energie die door een misaanpassing van de antenne terug
gaat naar de zender zal zeker niet meer uitgezonden worden en dus ook niet bij de ontvanger
aan komen. Dus op dit plaatje moet de lijn eigenlijk zo laag mogelijk zijn. Lager in de frequentie
is de antenne beter wat later ook bleek in andere metingen. Helemaal links in het scherm
kun je zien dat op 1.110 Ghz de helft (-3 dB)van het vermogen terug gaat naar de zender.
Bij 1.16GHz ( in het midden van het scherm) is dat wat meer. Het is al bewezen dat dit goed werkt maar ik zit toch te denken hoe we dit kunnen verbeteren maar ook hoe we die
verbeteringen meetbaar kunnen maken. (ja dit is m'n andere hobby: radiotechniek

)
Zo ziet een videosignaal eruit op een spectrumanalyzer. Aan het eind van de metingen
hebben we getest welke antenne de meeste signaal uitzond. De testantenne hebben we
op de videozender gezet en op de meetkabel hebben we de kleinste antenne gezet. Met
deze meetopstelling hebben we ook kunnen vaststellen welk kanaal staat voor welke
frequentie en het was duidelijk te meten dat de kanalen 20 Mhz uit elkaar liggen.
Gert, we moeten eens kijken wat de volgende stappen zijn want volgens mij kunnen
we nog wat verbeteren aan de meetmethode en ik wil ook eens kijken wat het effect
is van een J antenne waar we het samen al over hadden.